Vanuit een civielrechtelijk oogpunt zal het vruchtgebruik bij overlijden van de ouders uitdoven en zullen de kinderen automatisch en van rechtswege volle eigenaar worden van het onroerend goed.
In het geval een onroerend goed gesplitst aangekocht wordt, zal dit onroerend goed voor fiscale doeleinden op basis van een wettelijk vermoeden [1] voor de volle eigendom in de nalatenschap van de vruchtgebruiker vallen en als dusdanig in volle eigendom belastbaar zijn op het moment van overlijden van de vruchtgebruiker, tenzij men kan aantonen dat de aankoop geen “bedekte bevoordeling” betreft.
Om dit vermoeden te weerleggen, eiste de federale fiscale administratie sedert 2013:
1. dat de voorafgaande schenking werd geregistreerd aan de verlaagde tarieven; of
2. dat het kind vrij kon beschikken over de geschonken tegoeden.
Vervolgens heeft de administratie haar standpunt in september 2019 herzien, een standpunt dat in juli 2020 verder werd versoepeld.
De situatie in het Vlaamse Gewest
Sinds de regionalisering van de successierechten, heeft de Vlaamse belastingdienst (hierna genoemd “VLABEL”) dit federale standpunt overgenomen en zelfs uitgebreid in 2016. VLABEL deed dit door het eveneens toe te passen op de inschrijving van aandelen aangehouden in vruchtgebruik/blote eigendom alsook op geldbeleggingen. Anders gezegd, een roerende schenking met voorbehoud van vruchtgebruik verleden voor een buitenlandse notaris (Nederlandse of Zwitserse) diende verplicht geregistreerd te worden vóór de gesplitste inschrijving, zoniet was erfbelasting verschuldigd op het moment van overlijden van de vruchtgebruiker [2].
Op 12 juni 2018 werd dit standpunt van VLABEL vernietigd omdat zij voorwaarden toevoegden die niet waren voorzien in de wet en dat bijgevolg, het algemene rechtszekerheidsbeginsel en het grondwettelijk legaliteitsbeginsel inzake belastingen werd geschonden. VLABEL heeft dit standpunt dan ook vernietigd.
In het Vlaamse Gewest, is er voortaan geen reden meer tot voorafgaande registratie van de schenking vóór de gesplitste aankoop en/of gesplitste inschrijving, op voorwaarde dat elk van de partijen de verwerving van hun respectievelijk aandeel zelf kunnen financieren, zo nodig door middel van een voorafgaandelijke schenking.
De situatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Waalse Gewest
Aangezien de twee andere gewesten nog geen eigen belastingadministratie hebben is de federale belastingadministratie (nog steeds) bevoegd voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Waals Gewest. Ten gevolge van het voormelde arrest van de Raad van State van 12 juni 2018 heeft de federale belastingadministratie haar beslissing gewijzigd op 23 september 2019, een beslissing die bovendien op 7 juli 2020 [3] nogmaals werd gewijzigd om elke dubbelzinnigheid weg te nemen. In deze laatste beslissing, besluit de administratie dat het voor de koper van de blote eigendom volstaat om het vermoeden te weerleggen en successierechten op het aangekochte goed te vermijden, door aan te tonen dat hij “ingevolge de schenking definitief eigenaar was van de geldmiddelen en dat hij effectief daarmee zijn deel in de prijs heeft betaald, is het van weinig belang hoelang tevoren deze geldmiddelen hem geschonken werden door de verkrijger van het vruchtgebruik”.
De beslissing voegt hieraan expliciet toe, dat het weinig verschil maakt dat de schenking zou gebeuren via notariële akte: men moet kunnen aantonen (en tegelijkertijd volstaat het dat), naast de aankoopakte zelf, dat de tegoeden zijn geschonken (per notariële akte, handgift of onrechtstreekse schenking) vóór de betaling door de blote eigenaar van zijn aandeel in de aankoopprijs.
De beslissing verduidelijkt in dit kader bovendien dat indien er een voorschot werd voorzien in het compromis, het totale bedrag verschuldigd door de blote eigenaar dient geschonken te zijn voor de ondertekening van de aankoopakte (compromis).
Deze beslissing, zoals herzien en versoepeld op 7 juli 2020, zal echter alleen van toepassing zijn op gesplitste aankopen die na 1 augustus 2020 worden voltrokken. Het “oude” federale standpunt blijft van toepassing voor aktes die vóór die datum werden verleden.
Besluit
In het Vlaamse Gewest, kan de voorafgaandelijke schenking (in voorkomend geval de bankgift) voor een gesplitste aankoop plaatsvinden na de compromis en dient deze niet geregistreerd te worden.
In de twee andere Gewesten, dient de voorafgaandelijke schenking (in voorkomend geval de bankgift) voor een gesplitste aankoop, in principe [4], plaats te vinden voor de compromis maar dient deze ook niet langer verplicht geregistreerd te worden.